Rozengeur en maneschijn

24 comments
Georgia, Germany, Nederlands, Romania, Turkey

‘Kom jij nooit eens iemand tegen die niet vriendelijk is?’ vroeg mijn zus Leen in een mail nadat ze schreef hoe deugddoend het voor mij moet zijn dat zoveel gastvrije en vriendelijke mensen mijn pad kruisen.

In Duitsland kreeg ik een paar keer een voordeur in mijn gezicht wanneer ik vroeg of mijn tent de tuin mocht sieren.

In Roemenië kwam, toen ik aan het kamperen was, een nieuwsgierige man -type zwerver- curieuzeneuzen. Om later terug te komen met een warme maaltijd in een plastic yoghurtpot. Hoe lief! Om nog later de gegeven warmte te dicht bij me op te zoeken. ‘Gegeven is gegeven’ vreemde ‘lieve’ snuiter, aan jou sta ik liever geen warmte af.

In Istanbul wist mijn warmshowershost Burak me te vertellen dat er in Turkije bijna dagelijks een vrouw vermoord wordt door haar man, broer of vader. Vrouwen die niet volgens ‘de Islamregel’ leven, voornamelijk vrouwen die willen scheiden. Andere oorzaken zijn jaloezie van de man, het verdelen van huishoudelijke taken door de vrouw of het niet naar behoren kleden.
Ook zei hij dat een Westerse vrouw, alleen op de fiets, voor velen gelijk staat aan een trappende hoer. Dat laatste was me niet vreemd. 15 jaar terug werd me dat, fietsend door de hoge Atlas, door de Marokkaanse mannen aldaar, ook verteld.

– – –
Het was 1 augustus.
Ik had het mooie Pamukkale achter me gelaten en reed richting Tüz Gölu, een zoutmeer en tweede grootste meer van Turkije, mijn tweede highlight in centraal-Anatolië.

Ik vond een kampplek midden golvende velden, tussen watermeloen en ui. Het was donker. Ik zat in mijn tent en hield mijn dagelijks dagboekmoment. Ik hoorde een auto naderen en doofde mijn zaklamp. Op een paar honderd meter van me stapten twee mannen pratend uit de wagen. Wat ze precies zeiden en deden was me een raadsel, het klonk dronken. Na een kwartier hoorde ik portieren dichtslaan, een motor starten en naar me toe rijden. De auto stopte vlakbij. De mannen stapten uit en begonnen in het Turks tegen de tent te praten. Een tent praat niet dus ik hield me stil. Door hun opdringerig gedoe, zei ik na verloop van tijd in het Turks dat ik geen Turks sprak. Hun stem werd luider en bozer, ze schudden hard aan mijn tent. Het moment om toch tevoorschijn te komen. Ik piepte door een kier en scheen met mijn zaklamp hun richting uit. Dit vonden ze uiteraard niet fijn. Met hun hand voor hun ogen bleven ze verder druk doen. Tot ze in de auto stapten en wegreden. Oef!

Een paar minuten later waren ze daar terug. Ditmaal hadden ze zich strategisch geparkeerd. Hun lichten schenen rechtstreeks in mijn tent. Ze stapten uit en begonnen terug kabaal te maken en nog harder aan mijn tent te rammelen. Ik liet mijn vriendelijkheid in mijn dagboek, werd boos en verhief mijn stem. Ze vertrokken opnieuw om wat later alweer terug te komen. Wederom gingen ze de lompe toer op. Ik deed lomp terug en liet horen dat mijn stem een aantal decibels meer kon produceren. Met de woorden ‘I call the police’ en het bellen naar mijn warmshowershost in Pamukkale, reden ze verder.
Die nacht besloot ik een Turkse telefoonkaart aan te schaffen.

Twee nachten later terug nachtelijk gerammel aan mijn adres. Ik deed mijn tent een beetje open en zag laarzen en een groot jachtgeweer. Ik maakte duidelijk dat ik van de eigenaars op het veld mocht kamperen. Na een kwartier verdween de jager in de nacht. Een half uur later verscheen de politie in de plaats. Nieuwsgierige wezens die wilden weten waar ik naartoe fiets en me verkeerde instructies gaven.

Er werden heel wat liften aangeboden in Turkije. Best grappig. Je fietst omdat je dat fijn vindt en toch denken de mensen dat je liever in een vrachtwagen of auto de berg oprijdt. Steeds zei ik vriendelijk ‘teşekkür ederim’ (dank u) en ‘güle güle’ (goodbye). Eén keer was een man nogal aanhoudend in zijn voorstel. Ik bleef vriendelijk bedanken. Hij hield het uiteindelijk voor bekeken met de woorden ‘sex, sex, sex’.

Ik heb nog een fietstas vol Turkse anekdotes maar zal jullie er verder niet mee vervelen. Ik herinner me vooral de ongelofelijke gastvrijheid en vriendelijkheid van de mensen.

– – –
20 september.
Het was in Georgië in een bergdorp dat vermoedelijk meer koeien dan mensen telt.
De weergoden in gedachten was ik op zoek naar een leegstaand huis voor de nacht. Op mijn weg enkel vervallen bouwsels met groot slot om vergane glorie, muizenstrontjes en spinnenwebben te bewaken.
Een stal leek me een goed alternatief. Ik vroeg het de plaatselijke boer Jan. Het kon! Waw, dat was snel geklaard. Zijn vrouw die erbij stond had een beter alternatief. Een fitnesszaal slash bibliotheek die niet meer in gebruik is en waarvan de voordeur en sommige ramen geen slot hebben. Ik kreeg er de judozaal op de eerste verdieping, een zaal volledig bedekt met matten. Eén groot bed, hoe mooi is dat!
Ik deed de boerin uitgeleide en barricadeerde de deur met een verloren gelegd 15 kilo gewicht.

Een kwartier later hoorde ik het gewicht vallen. Er was iemand in het gebouw. Het was rond 19 uur en aan het duisteren. Toen ik naar beneden ging, botste ik op de trap tegen een jonge, knappe kerel. ‘Training’ zei hij.
Ok, ga jij maar wat trainen, ik sleutel wat verder aan mijn fiets. Maar toen ik goed en wel in mijn judozaal was, was hij er ook. Zijn training was blijkbaar niet zo nodig. Hij sprak Georgisch en een mondje Russisch. Hij liet het woord ‘baboesjka’ vallen waaruit ik kon verstaan dat de boerin zijn grootmoeder was. Hij wou me nodeloos helpen met mijn fiets. Telefoneerde en smsde nu en dan. Hij nodigde me uit om samen met hem op mijn slaapzak te zitten en te kijken naar zijn outdoor-wandel-klim-oeps-vrouwen-in-bikini-foto’s.

Toen ik liet verstaan dat ik wou gaan slapen, toonde hij me een sms ‘There are a lot of dangerous people here. I stay with you this night.’
Haha, die had ik niet zien aankomen. Nee hoor, dank je, ik slaap alleen. Gevaarlijke honden, die had ik gezien ja, maar mensen…

Hij protesteerde en toonde nogmaals de sms toen ik een tweede keer liet verstaan dat hij door kon gaan. Ik werd kordater en begeleidde hem naar beneden om de deur, ditmaal in het donker, te barricaderen.
Daar vroeg hij een kus. Hij kreeg ‘ara’ (nee) in de plaats. Hij vroeg het opnieuw en opnieuw.
Ik weigerde pertinent en zei kordaat ‘karkaat’ (goodbye). Ineens stond hij veel te dicht bij mij en tastte zijn hand razendsnel daar waar je het van een vreemde vogel niet hebben wil en gleed het verder tussen mijn dijen naar beneden.
Ik werd razend, riep ‘go out, go out’ en schopte voor het eerst iemand letterlijk buiten. Mijn ogen spuwden vuur waardoor die vingervlugge vogel vermoedelijk kaal door het leven gaat. Ik sleurde met zware fitnesstoestellen om open ramen en deuren te barricaderen, om zo met ’n gerust hart, zonder gevogel, mijn nest in te duiken.

Lieve mama en papa, laat hier vooral jullie slaap niet voor. Ik doe dat ook niet. Zijn het slechte kerels? Vermoedelijk niet, ze proberen maar wat… Ga snel naar de friends of the road pagina en zie hoeveel lieve en warme mensen mijn pad kruisen.
En Leen, om een antwoord op jouw vraag te geven: ‘soms kom ik mensen tegen die niet zo vriendelijk zijn. Althans, op het tweede gezicht ;-)’

24 thoughts on “Rozengeur en maneschijn”

  1. Edith en Roland Spee says:

    Dachten we al, dat je af en toe eens flink van je af zou moeten bijten…. Maar je bent niet aan je proefstuk hé en van veel markten thuis! Wij zijn flink onder de indruk! Kranige madam jij! Wij wensen je nog heel veel moois toe onderweg!

    Liked by 1 person

    • Ik had ook wel iets verwacht maar stiekem hoop je altijd dat zoiets niet moet gebeuren. Alhoewel ik niet moet klagen hé. Het is hier mooi en goed, de mensen zijn lief en gastvrij en… het had erger gekund 😉

      Like

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s