Wilde beesten (NL)

14 comments
Daniel Bürgi - Himalayan Life, Inspiring people, Nederlands, Nepal

‘Aan wie kan ik mijn tent schenken? Ze is niet stuk, maar niet meer voldoende betrouwbaar voor de extreme omstandigheden waarin ik vaak kampeer. Ik kan er zeker een dakloze mee plezieren of een sherpa of… ken jij iemand?’
Het was die vraag die ik stelde in Pokhara, een stad aan de voet van het mooie Annapurna-gebergte in Nepal. Een antwoord kreeg ik van Garrett, mijn warmshowershost ter plaatse.

Daniel Bürgi, CEO Himalayan Life (still © Micha Hilliard)

Ik maakte al snel kennis met Himalayan Life. Een NGO die zich inzet voor straatkinderen, de ‘wilde beesten’ van de maatschappij. Kinderen uit verscheurde gezinnen, misbruikte kinderen, verlaten kinderen. Kinderen die weglopen van trauma’s die ze thuis ervaarden. Die onder de brug slapen en hun pijn proberen verzachten met lijm snuiven. Kinderen die nood hebben aan liefde, eten, onderdak, erkenning, onderricht en aanvaarding door de maatschappij.

Kinderen aan wie ik instant mijn hart verloor. Kinderen die ik niet kon achterlaten en de volgende dag opnieuw opzocht. Kinderen die ik wou helpen, die ik liefde wou geven, onderricht ook en creatieve workshops.

Ik maakte er kennis met Daniel Bürgi, de CEO van Himalayan Life. Een positieve enthousiasteling met het hart op de juiste plaats. Een warm en gedreven man met een missie. Een ongelofelijk inspirerend persoon met een onuitputtelijke gedrevenheid en zin voor verandering. Een man die van een bananenschil een plastiek recyclagefabriek maakt. Een man die aandacht verdient en die ik heel graag aan jullie voorstel.

Daniel, waarom is het belangrijk om de straatkinderen een tweede kans te geven
De kinderen leven onder de brug (in Pokhara) en worden door de samenleving als vuil beschouwd. Ze worden ‘kaathe’ genoemd, een woord vol afkeer, vol haat. Het betekent eigenlijk ‘hondenstront’. Dat is wat de maatschappij van hen denkt. We proberen ze te overtuigen ‘Nee-nee-nee, je bent geen hondenstront, je bent iemand!’.

Mijn doel is dat deze jongens een leven hebben op een manier die acceptabel is voor de samenleving. Dat zij kunnen bijdragen. Dat is wat het leven is, niet? Niemand is een eiland.

Ik wil ze een helpende hand geven om ze uit deze ongelooflijke kooi te krijgen, omdat ze het niet alleen kunnen. Niemand kan dit alleen. Ik wil ook graag jongeren hier kansen bieden om echt op een zinvolle manier te werken en voldoening te vinden in het leven.

Was er een bepaald kind of verhaal dat je bezighield en aanleiding gaf tot actie?
In 1990 kwam ik met twee vrienden en rugzak naar Nepal. We reisden vanuit Nepal per bus naar India, naar de metropool Varanasi. Het was toevallig de hoogste van de hindoefestivals, Dev Deepawali. Er waren overal enorme aantallen pelgrims. Het treinstation was gevuld met mensen. Ze lagen ook op de grond te slapen. Sommige reizigers liepen er gewoon overheen … ongelooflijk! Dit is India, hé!

We moesten een trein nemen. Ik stond daar met mijn rugzak en had een kleine plastic zak in mijn hand. Omdat we net wat bananen hadden gegeten, bewaarde ik de schillen in de zak.

Opeens kwamen er twintig straatkinderen opdagen. Ze bedelden en trokken aan onze kleding. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik Europa verliet. Ik was volledig verlamd. Wat is dit? Ik had tweeduizend dollar in mijn zak. Maar wat kon ik doen? Ik kon niet beginnen mijn geld uitdelen. Maar aan de andere kant realiseerde ik me dat ik zoveel heb en zij niets.

Ze trokken aan de kleine plastic zak en renden ermee weg – gewoon rotte en oude bananenschillen. Ik ging verder maar keek achterom. Wat ik zag zal nooit uit mijn hoofd worden gewist. Ik zag de jongens vechten om de bananenschillen. Ik zag ze het in hun mond stoppen. Ik kan dat beeld nog steeds niet loslaten. Het is gebrand op mijn netvlies, gegrift in mijn geheugen.

Waarom heb je besloten alles achter te laten?
De bananenschil achtervolgde me. Toen ik lekker eten nuttigde, rook het naar bananenschil.
Op een dag ging ik skiën, maar overal zag ik bananenschillen. Alles was bananenschillen, het achtervolgde mij. En toen besefte ik, dit doet iets met mij, ik moet er iets aan doen. Het was een soort van roeping, denk ik.
Dus langzamerhand, het kostte me eigenlijk een paar jaar, probeerde ik iets op de rails te krijgen.

Beiden, mijn vrouw en ik, hadden besloten er iets aan te doen. Dus we kwamen naar Nepal. Ik heb hier eerst ingenieurswerk gedaan. Mijn vrouw is lerares en zij begon een school in een sloppenwijk. Ik heb veel in de school geholpen. En beetje bij beetje hebben we veel geleerd over wat we eigenlijk kunnen en wat we niet kunnen doen met straatkinderen.

VAN VOEDSEL GEVEN TOT PLASTIC RECYCLEREN

Hoe evolueerde het idee om straatkinderen te helpen in zo’n groot project?
We merkten dat eten, het essentiële was dat deze straatkinderen nodig hadden. Dus het eerste wat we deden, was de straatkeuken starten.

We realiseerden: ‘Nu hebben ze eten, wat is de volgende stap? Er is geen verandering: ze hebben vandaag honger, ze komen eten, ze gaan terug naar de straat, ze snuiven lijm en morgen hebben ze weer honger en komen ze naar de keuken om eten te krijgen. Elk kind dat eten krijgt, is een kind dat geen honger heeft. Dat is geweldig!’
Ik was gelukkig, maar nog steeds niet tevreden omdat ik droomde van verandering.

De kinderen slapen onder een brug maar hebben recht op een fatsoenlijk bed en dak. Dus zijn we begonnen met een opvangcentrum. In de opvang beseften we dat alleen een plek om te eten en te slapen niet voldoende was. Ze hebben ook een beetje opleiding nodig.

Daarom zijn we begonnen met kleine niet-formele onderwijsprogramma’s. Ze moeten het leven buiten de bende leren kennen omdat de bende bruut is. Degene die bovenaan de bende staat, duwt genadeloos de anderen neer.

We dachten dat sport een goed idee zou zijn, daarom zijn we begonnen met hockey. Hockey speel je als een team. En een team is zo anders dan een bende. In een team speel en win je samen, of soms verlies je samen. In een bende is niets samen. Het is gewoon duw-duw-duw. Het is een groot verschil. Dus de kinderen leren van het hockey spel.

Het een na het ander werd toegevoegd. We brengen ook kinderen van de gemeenschap en de straatkinderen naar de bergen, op een mountainbike. Ze fietsen door prachtige, veeleisende bergen. Ze beseffen ‘ik kan iets doen, ik ben iets’. Als je altijd hoort dat je het vuil van de straat bent, is iemand zijn en iets kunnen doen een grote prestatie. Maar het kost uiteraard tijd.

We dachten ook dat het ideaal zou zijn mochten we de kleinere jongens (6-8 jaar) terug in het gewone schoolpatroon krijgen. Dus we hebben een home opgericht.

Wanneer we hen onder de brug ontmoeten, nodigen we hen eerst uit om naar de keuken te komen. Vanuit de keuken komen ze naar de opvang en na een zeer korte periode, als ze dat willen, geven we ze een plek in de home en gaan ze naar de gewone school. Het is moeilijk vanwege hun verleden en hun hele trauma. Maar we boeken er een groot succes mee.

We hebben momenteel 36 kinderen in huis die straatkinderen zijn geweest. Ze gaan naar de gewone school en het gaat goed met ze. Het is niet gemakkelijk omdat hun trauma hen echt volgt. We moeten veel met hen bezig zijn om het trauma te helpen overwinnen. Ze zijn in de steek gelaten door hun ouders, velen van hen zijn misbruikt, ze hebben dat verslavingspatroon (lijm snuiven) waar ze de neiging hebben terug te keren als er iets niet synchroon loopt. Maar het gaat goed.

21 NP_180201_TRIENTRAPT_2485_WP

Toen beseften we: ‘dit is geweldig, maar hoe zit het met de groteren, de adolescenten?’. We hebben geprobeerd om plaatsen te vinden waar ze vaardigheden konden leren, zodat ze konden werken omdat ze niet naar school kunnen gaan. Dit idee bleek onmogelijk. Dus ik zei: ‘Ok, ik denk dat we iets moeten beginnen’.

Dat is waarom ik de plastic recyclagefabriek, een sociale onderneming, ben begonnen. Ik had niet gedacht om zoiets groot te beginnen (Himalayan Life Plastics recycleert maandelijks 50-60 ton plastic flessen, het is de eerste en enige recyclefabriek in Nepal en telt 60 personeelsleden). Dat was niet het plan.

We hebben workshops beroepsopleiding voor de jongens. Er zijn een dertigtal gasten die tot nu toe de trainingen hebben doorlopen. Niet iedereen werkt in onze fabriek, sommige werken elders en sommige zijn terug op straat. Dat is hartverscheurend, maar toch kan ik het succes zien. Ik moet me concentreren op het succes. Want als ik naar de mislukking kijk, word ik gek.

Er zijn ook een aantal andere projecten die je vanuit Pokhara hebt gestart. Waarom?
De kinderen komen meestal uit de dorpen. We kwamen op het idee om een opvangtehuis voor kinderen te bouwen in de bergen, ten noorden van Pokhara, waar we ze kunnen opvangen vooraleer ze naar de stad migreren en straatkinderen worden.
De kinderen zijn al in de steek gelaten, dat is al moeilijk genoeg. We willen hen de ervaring besparen dat het gevoel van verwaarlozing verergert door problemen met bendevorming, drugs, politiegeweld, misbruik … de dingen die ze in de stad ervaren.
Het werkt goed. Maar het is slechts één huis met 24 kinderen. Je zou bijna in elk dorp een huis moeten hebben.

Toen was er dé grote ramp, de aardbeving in 2015, we vonden dat we iets moesten doen. Dus reisden we naar Yangri, een dorp in het epicentrum van de aardbeving en de geboorteplaats van Sonam, een van de stafleden. Het was verschrikkelijk, bruut. Het dorp was gigantisch verwoest. We hebben geholpen, we hebben opnieuw opgebouwd en we hebben eten aangeboden. Twee jaar lang hebben we alles gedaan wat we konden.

Er was geen fatsoenlijke regionale school en dat is terug te brengen naar onze corebusiness, de zorg voor kinderen van gemarginaliseerde en achtergestelde gemeenschappen. Daarom hebben we een school gebouwd die 19 april wordt geopend. We beginnen met een kleuterschool en graad een, twee en drie; vijf klassen dus. We zullen elk jaar klassen toevoegen. Dat is het plan.

Hoe kan uw NGO zichzelf financieren?
We hebben in het Westen, in Canada en Zwitserland, toegewijde mensen die ons steunen.
Ik breng elk jaar een paar maanden door in Canada, ik breng minder tijd door in Zwitserland maar op beide locaties spreek ik veel over het project. Dat is niet echt mijn favoriete ding. Ik ben beter in werken dan in praten. Ik ben beter in bouwen dan in schrijven. Maar het is iets dat we moeten doen, het is noodzakelijk. Er zijn gelukkig veel mensen die doneren, zo’n vijftig of honderd dollar. En er zijn er een paar die grotere cheques kunnen uitschrijven en die komen kijken wat we doen. Ik denk dat doneren hen doel schenkt en betekenis geeft, en dat is goed.

Kun je me een succesverhaal vertellen over hoe jouw liefdadigheid een straatkind heeft geholpen?
Er zijn tientallen succesverhalen. We hadden bijvoorbeeld twee straatjongens die hun verslaving overwonnen hadden. Een van hen is nu een hockeycoach en de andere is een beroepswielrenner. Ze werken momenteel allebei voor de NGO. Dit zijn twee rolmodellen voor de straatkinderen.

Maar ik zie ook een echte verandering in minstens de helft van de jongens waarmee we werken. We hebben geleerd dat de veranderingen in erg kleine stappen plaatsvinden. Ze kunnen geen grote stappen zetten omdat hun vertrouwen in alle goedheid ernstig wordt ondermijnd. Hun leven is echt verschrikkelijk geweest. Waarom zouden ze iets of iemand vertrouwen? Het enige dat ze hebben geleerd, is nooit een volwassene te vertrouwen. We proberen hen te overtuigen ‘nee nee nee, je bent geen hondenstront, je bent iemand’.

PROBLEEMOPLOSSEND

Je begon je carrière als ingenieur en evolueerde naar een maatschappelijk werker, een fondsenwerver, organisator, ondernemer, CEO. Heeft jouw ingenieursachtergrond bijgedragen aan genomen handelingen en aan wie je nu geworden bent?
Het ganse straatkinderenprobleem, en veel van de problemen die we hier hebben, is gigantisch groot en lijkt onoplosbaar.

Een heel belangrijk ding dat ik heb geleerd in de ingenieursschool is dat je grote problemen oplost door ze op te splitsen in beheersbare delen, om daar dan stuk voor stuk oplossingen voor te vinden’.

Ik ben dol op de laatste regel van de film ‘The Martian’, waar de man naar de aarde terugkeert wanneer het groot probleem is opgelost. Hij geeft dan een stel kinderen les op het college en zijn laatste zin is: ‘Je moet één probleem oplossen en dan het volgende probleem oplossen, en dan het volgende, en als je genoeg problemen oplost, mag je naar huis gaan’. Ik vind dat fantastisch, ik denk dat het dat is wat we aan het doen zijn.


Daniels filmtip
‘Lion’, over de verdwenen kinderen in India. Hij voegt eraan toe: 80.000 kinderen verdwijnen elk jaar. Het is een film die hoop in dat hele scenario portretteert.
‘Ik heb niet de capaciteit om 80.000 kinderen te helpen. Maar ik denk erover om voor 250 kinderen hier in Pokhara te zorgen, dat is genoeg.’


Wil je meer weten over Himalaya Life of heb je zin om de straatkinderen te helpen door te doneren? Neem dan gerust een kijkje op hun website.

14 thoughts on “Wilde beesten (NL)”

  1. Pingback: Beginnersgeluk (NL) | trien trapt

  2. Amai wat een toewijding en wat een warmte! Fantastische personen die dat op poten zetten zoals Mr. Bürgi en meehelpen Mevr. Pauwels! Engeltjes bestaan!Mooie portretjes ook die ze hebben gemaakt! En hebben ze jou fiets daar hersteld? 🙂

    Liked by 2 people

    • De fiets had toen gelukkig geen herstelling nodig 😉 Was ook overdonderd door de toewijding van Daniel en zijn team. Erg mooi!

      Like

  3. Inge Dubois says:

    Eén voor één mooie mensen, zij die helpen, zij die erover communiceren én zij die geholpen worden! Great story miss! xxx

    Liked by 2 people

  4. Kaat says:

    Inderdaad zeer hartverwarmend, mooie reportage en tof dat je ook zoveel hebt kunnen helpen met je workshops! Erg dat ze die kinderen die al zoveel afzien en pech hebben, dan nog zo noemen (en jammer dat het grootste deel van mijn naam ‘hondenstront’ betekent ;-). Dikke knuffel x

    Liked by 2 people

Leave a comment