Beginnersgeluk (NL)

15 comments
Nederlands, Nepal

Zal ik het nog wel kunnen? Het lijkt wel een eeuwigheid geleden! Verleer je dat? Zal ik nog wel een berg op geraken? Was die fiets voordien ook zo zwaar?


Wriemelende wormen waren het, die vragen. Ze spookten onrustig door mijn hoofd. Dinsdag 20 februari. Ik had welgeteld 69 dagen niet gefietst. Los van een 18-daagse trekking in de Himalaya waren die onderste ledematen de overige 51 dagen wel erg verwend. Ik vulde mijn dagen met vrijwilligerswerk, met het maken van een website voor de Girls’ Hostel, met het bezoeken van een UNICEF-project, met het interviewen van een slachtoffer van mensenhandel, met visums uitpluizen, eindeloos en tevergeefs checken of ik al dan niet de grens India-Myanmar over kon en met een artikel schrijven voor bikepacking.com. De dagen waren te kort, de to-do-lijst te lang.

Nog nooit was de pauzeknop zo lang ingedrukt, nog nooit was het verlangen om terug te fietsen, te kamperen en rust en avontuur te vinden in de natuur zo groot. Ik had er zin in, correctie: ik had er onnoemelijk veel zin in. Ik was dat kleine meisje aan de vooravond van Sinterklaas, popelend van ongeduld.

Pokhara was nog maar net om de hoek of mijn gehoopte portie avontuur lachte me al toe. Het pad op de kaart bleek onbestaand. Mijn fiets werd in en uit een veel te diepe gracht gesleurd en geduwd over wat ooit een vliegveld zal worden.

De eerste avond kamperen onder een mooie hooiberg die bovenop een houten stalletje stond, was een zaligheid. Het koken in eigen potje een plezier en de visite van dat meisje met teveel hooi op haar rug en haar nieuwsgierige broertje er achteraan een aangename ontmoeting.

De volgende dagen stonden vooral in teken van veel zweten, weinig kilometers, veel duwen, weinig kracht en veel zand. Ja, wegen van zand en stof, massaal veel stof, op boom en blad, op helm en handen, tussen brood en tanden, in neus en tas. Kortom op elke millimeter onbedekt zocht en vond het zijn geluk. Ook ik vond het. Ik vond het er prachtig! Dorpen met kleine, leemkleurige huizen, bewoond door lieve, warme mensen, kleurden oranje-rood. Zo warm als de mensen waren, zo was ook het weer. De thermometer, met temperaturen boven de dertig graden, was dagelijks in haar nopjes. Ze vertoefde liefst in gezelschap van wat extra luchtvochtigheid. De in 51 dagen verworven kilo’s smolten met graagte af. Een goede week genoot ik ten volle van stevig trappen door het mooie land.

21 NP_180224_TRIENTRAPT_2857_copy_WP21 NP_180224_TRIENTRAPT_2785_WP

Mijn laatste avond kamperen op Nepalese bodem was er een met een prachtige zonsondergang. Paars, oranje, rood was het kleurenpalet van de lucht. Mijn tent stond wankel opgesteld tussen struiken en stenen. Ik hoopte op niet al te veel wind. Mijn wens werd niet vervuld, integendeel! De mooie lucht bleek een voorbode te zijn van een gigantisch onweer. Hagelbollen als knikkers kreeg ik naast mijn flapperend tentzeil. Mijn tent bleek niet waterproof. Kortweg, een onvergetelijke nacht in een onvergetelijk land!

Nepal, je hebt mijn hart gestolen! Ik kom terug, is het niet op de fiets, het is met de rugzak en met de volste overtuiging om opnieuw vrijwilligerswerk te doen. Draag zorg voor jouw prachtige natuur en schitterende mensen. Het ga je goed! Of liever, het gaat je zoveel beter!

15 thoughts on “Beginnersgeluk (NL)”

Leave a comment